Wijn proeven met wijnmakers

Afgelopen donderdag was er een bijeenkomst van alle wijnmakers die onderdeel zijn van de SIP, de Swartland Independent Producers. Wij met Dragonridge dus ook! De proeverij werd gehouden bij Callie Leow’s Porseleinberg, een prachtig afgelegen farm op de heuvel tegenover ons. Een prachtig huis, omgeven door olijfbomen met olijven die lekker rijp aan het worden waren. Ik dacht ik proef er één, om vervolgens een les te leren dat deze olijven ongelofelijk smerig zijn, zo vers geplukt. 

Niet echt handig om die smaak in m’n mond te hebben, voorafgaand de proeverij. En we moesten wat proeven! Iedere wijnmaker had één of twee wijnen mee, sommigen wel vier (zoals wij). Het thema was de tegen- en meevallers van de oogst 2015. Tevens kon men een wijn meenemen gemaakt van een druif die nog niet bij de SIP hoort.

Wij hadden bij ons: de viognier (een prachtige wit maar met een te hoog alcohol percentage, terwijl we wel vroeg hadden geplut), de pinotage (die gewoon bijzonder lekker is)

en de sangiovese (de druif waarvan Johan overtuigd is dat hij door de SIP moet worden opgenomen). 

Johan vond het een goed idee dat ik wat ging vertellen over de viognier. Het komt er dus op neer dat ik een verhaal moest houden voor 35 (echte! goede!) wijnmakers over de problemen van onze viognier.

Ik uit m’n hoofd leren wat het suikerlevel was, de ph waarde en de zuurgraad. Het verhaal ging gelukkig heel vloeiend en er startte zelfs een discussie over onze wijn. Het vreemde is dat wij onze druiven niet heel

over

rijp plukken maar het alcohol level wel altijd vrij hoog is. Er werd geroepen dat er misschien hele levendige gisten in onze cellar zijn, of het lab heeft een fout gemaakt. In ieder geval, het bleek een spraakmakende wijn en daarnaast ook een

kanon van een wijn: honing, sinaasappel, ananas, beetje noten en (helaas) 15,8% alcohol: alle wijnen boven de 15% alcohol zijn eigenlijk officieel geen wijn meer.

Maar goed, langzamerhand kwamen alle wijnen aan de beurt. Sommigen waren zoals gezegd ‘pretty dodgy’, die gewoon stonken en andere wijnen die roken naar popcorn met suiker. Allemaal slechte tekens, en iedereen dacht te weten waar het was fout gegaan. 

Aan het eind werden we verwend met heerlijke braaibrooikies (barbecue broodjes) met rundvlees en typische coleslaw en dronken we de wijnen op die ons goed bevielen. Callie had één glas van alle wijnen die we die avond hadden geproefd in een grote kan gegooid. Deze kan ging op het laatst ook rond als traditie. Zeer complex glaasje. Ik had ons chenin blanc- en pinotage-ijs meegenomen, dat helaas al gesmolten was, maar even goed in de smaak viel. 

Wijn proeven met wijnmakers is het leerzaamste wat we tot nu toe hebben meegemaakt. Iedereen denkt na over hoe de wijn is geproduceerd, waar in het proces het mis is gegaan of juist bijzonder goed. De SIP helpt elkaar onderling, en er is totaal geen competitie of concurrentie maar oprechte interesse in elkaars producten. Een voorbeeld voor iedere wijn streek. 

Een boer in Swartland

Het is half 7 en ik zie niks. De eerste zonnestralen scheren over de Paardeberg en ik rijd er recht op af. Ik heb geen idee of ik nog op de zandweg rij of ernaast maar het voelt goed en ik hoor geen geluid van achter. Ik rijd in ‘het bakkie’ een krakende Isusu pick-up met bijna 4 ton op de teller. Een gierende diesel, zeer betrouwbaar, de motor nog nooit open geweest. Een keer per half j

aar trilt de uitlaat er af en lijkt het alsof je op een Harley zit.

De laatbak zit vol met plukkers, 7 mannen die ik zojuist heb opgehaald uit de industriestad Malmesbury in de volksmond Mama’s Bay. Ik trap het gas wat harder in met mijn met modder besmeurde laarzen als ik voel dat de weg omhoog begint te hellen. De zon kantelt mee en ik zie dat ik nog op de weg rijd. Mijn linker hand gooi ik achteloos over de bijrijders stoel terwijl een windvlaag mijn lange haar van rechts naar links gooit. Ik ben boer, in Swartland; Zuid Afrika. In de verte komt een 5 meter hoge oogstmachine op me afrijden, gevolgd door een wolk van stof. Ik begin uit te wijken naar links terwijl ik de grootste kuilen in de weg probeer te ontwijken. Achterin zie ik de mannen rustig doorpraten terwijl ze meedeinen op mijn gezwengel. De weg is smal en we naderen de oogstmachine. Ik druk het bakkie half in de berm en duik de stofwolk in. Ik zie wederom niks. Vijf seconden later schuift het gordijn weer open en ik stuit op twee vrouwen zeulend met grote tassen die driftig zwaaien met hun duim omhoog. Ik trap op de rem, laat de vrouwen in en vervolg mijn weg.

We rijden dieper de Joubertskloof in en naderen het doodlopende eind waar twee bergen omhoogschieten met in het midden een uitgestrekt zadelpunt. Links de Dragonridge die, zoals de naam impliceert, lijkt op een drakenrug en links Sonkop, de hoogste piek in de omgeving. De vrouwen drop ik bij de buurman en ik leg de laatste twee kilometer af door de grazende koeien tot de weg doodloopt. Hier draai ik het erf van het Fynbos estate op. De mannen springen van de wagen over in de aanhanger van de trekker die de wijngaard in verdwijnt. Koffie. Ik krijg bijna zin om een sjekkie te stampen puur omdat het zo goed past bij de situatie. Het stoerste wijf van de wereld komt aan lopen en zit al helemaal onder de wijn. De eerste pushdowns* zijn alweer een feit.

Een doorsnee ochtend tijdens de oogst periode in Swartland. Op voor dag en douw en snoeihard werken tot de zon onder gaat. Over een uur komt de eerste lading druiven alweer binnen die moeten worden ontsteeld, gekneusd en geperst. Het gaat maar door en het verveelt nooit. We staan aan het begin van een oerproduct.

*push downs is het letterlijk 'neerdrukken' van de druivenschilletjes tijdens de 'inweking'. Na het destemmen-crushen worden de rode druiven in bakken gehouden. Het sap verdwijnt langzaam naar de bodem waardoor de toplaag droog wordt. Door deze goed nat te houden door 3 maal daags de 'cap' omlaag te drukken, wordt er voldoende kleur en tannine ontnomen aan de schilletjes.

Zo ziet een goede push down eruit 

Maar dat is hard werken! 

Partyberg 2 en de kortste Cape Argus ooit!

Al voordat we vertrokken waren naar Zuid Afrika had Jur twee tickets gekocht voor de befaamde Cape Argus, een fietstocht van 107 kilometer, door Kaapstad naar Kaap de Goede Hoop en langs heel veel heuvels weer terug. Een groots evenement, met wel 35.000 deelnemers. Omdat wij internationale deelnemers waren, konden we nog meedoen voor een schamele 65 euro per persoon. Fietsen hadden we niet, maar die regelen we wel, dachten we. Dat lukte ook, via via. De sportievelingen in Zuid Afrika zijn echt ontzettend aardig, want binnen twee weken hadden we twee racefietsen, schoenen, outfit en één helm. Allemaal voor nop! 

Zijn wij dan van die fietsers? Nou ja, Jur wel een beetje. En hij heeft mij zover gekregen dat ik met hem naar Spanje ben gefietst, in de traditie van mijn ouders. Hij regelde alles, ik stapte alleen maar op en fietste mee. Ingeklikt en wel. Dat heb ik trouwens ook geweten, ben denk ik 5 keer gevallen in stilstand. Telkens op dezelfde plek. Maar goed, ik dwaal af.

We hebben twee keer geoefend in Zuid Afrika, beide keren op hete dagen met veel stijgen en dalen. De eerste tocht was naar het schattige dorpje Riebeek Kasteel waar we genoten hebben van een glas wijn dat de terugweg bewonderenswaardig niet belemmerde. De tweede keer hadden we 53 kilometer afgelegd, dat ook prima ging.

Na m’n val van vorige week was alleen het uit- en inklikken van de fietsschoen een beetje pijnlijk. Maar toen werd er een behoorlijke tegenvaller bekend gemaakt: vanwege de heftige bosbranden was de weg van de Cape Argus ingekort naar 47 kilometer, in plaats van 107. Het start en eindpunt op dezelfde plek en een weg met nauwelijks heuvels.

Dit kwam eigenlijk beste goed uit, omdat de avond ervoor we een feest hadden, opnieuw op de Paardeberg, ditmaal bij Adie Badenhorst. Het was het grootste after-harvest feest in de Swartland, eentje die we absoluut niet konden missen.

Het feest in het bos 

Manneke Pis dat de hele avond lang gin piste

Daar eenmaal aangekomen vroegen allemaal mensen die ik niet kende hoe het met mijn voet ging. Heel aardig, maar toch had ik gehoopt dat iedereen het was vergeten. Niet dus. Maar goed, dit feest ben ik blijven staan. Alle wijnmakers weer gezien en alle vintages weer geproefd. Om 3 uur 's nachts vertrokken we en de laatst mogelijke start van de Argus was om 10 uur. Wekker om 7 uur, met koffie in de auto en …. File.

De garage die we hadden geregeld konden we eerst niet vinden, en de afstandsbediening werkte niet. Tijd tikte door, het was inmiddels half 10. Snel ergens anders geparkeerd, op de fiets gestapt en toen realiseerde ik me dat ik onze chips was vergeten, die we donderdag hadden opgehaald in Kaapstad. Daarmee registreer je jezelf en kom je binnen. Ook had Jur nog steeds geen helm.

Daarnaast hadden we geen idee waar de start was, Jur vroeg het aan een agent die wees naar een peloton fietsers, ‘volg hen’. We volgden het groepje fietsers en voor we het wisten zaten we een peloton van duizenden fietsers. We zaten blijkbaar in de race! De start zal wel ergens bij de finish zijn dachten we en aangezien we toch geen kant meer op konden fietsten we lachend mee. We legden in totaal 3 kilometer naar de finish, daar kregen we direct een medaille omgehangen en voor we het wisten stonden we met een halve liter bier in ons hand tussen een vrolijke menigte.

Voila, dat was de Cape Argus. Niet slecht, ook niet bijster goed, maar we kijken er met een goed gevoel op terug en de medaille hangen we ergens in de wilgen.

De dag hebben we compleet in stijl afgesloten door een enorme seafood platter weg te werken in Camps Bay. Niet echt verdiend, maar wel lekker. 

met onze welverdiende medailles 

De welverdiende seafood platter 

de Partyberg

Terwijl ik dit schrijf lig ik al een aantal uur met m’n voet omhoog op de bank in het restaurant van Fynbos. Er is een bruiloft aan de gang en ik ben compleet nutteloos. Ik heb een hoge prijs moeten betalen om het feestje te mogen meemaken bij de cellar van Eben Sadie, waar alle figuren in de Swartland waren. En precies hen vind ik interessant om te onderzoeken voor mijn masterscriptie Antropologie. Ik doe namelijk onderzoek naar de nieuwe wijnbeweging SIP (Swartland Independent Producers) die Swartland als kwaliteitsregio op de kaart hebben gezet. Voorheen stond de Swartland namelijk vooral bekend om bulkwijn dat massaal werd geproduceerd door grote coöperaties zoals Swartland Winery en Riebeek Cellars. Deze jonge 'independent' wijnmakers hebben hun voet neergezet in de Swartland met de mening dat dit gebied veel meer kan betekenen dat alleen bulk wijn. En ze hebben succes: alle leden van de nu 5 jaar oude SIP hebben hun omzet zien stijgen. De vijf oprichters - Eben Sadie, Adi Badenhorst, the Mullineux & Callie Leow - verkopen hun wijnen voor prijzen die zelfs voor ons Europeanen hoog zijn, denk aan zeker 50 euro per fles. Dat niet alleen, de wijnen zijn in één woord: GE-WEL-DIG! 

Dus was het mijn doel om een keer een braai met ze mee te maken. Een braai is het Afrikaanse woord voor barbecue en is onderdeel van de levensstijl van de Zuid Afrikaners. En dat kunnen ze: meerdere stukken vlees worden op de grill gegooid en iedereen graaide met z’n hand in bakken om een stuk te bemachtigen. De wijnen die werden geserveerd waren niet normaal lekker. Alle wijnmakers van de SIP zijn niet alleen wijnmakers, maar ook wijnliefhebbers. Zo waren er niet alleen wijnen van henzelf, maar ook uit de Loire, Moesel, Bordeaux en Stellenbosch.        

U zult waarschijnlijk begrijpen dat alles natuurlijk geproefd moest worden. En voordat je glas leeg was kwam er al weer iemand aan lopen met de vraag: ‘did you taste this already?’ en dan in plaats van je glas leeg te gooien dronk je ‘m gewoon snel op. Dat ging allemaal heel voorspoedig totdat ik door mijn enkel zwikte temidden van alle feestgangers. Ik herinner me gelach en veel ‘ooo’, maar ik sprong meteen weer op en liep nonchalant naar de tafel met wijn om te kijken wat ik nu weer ging inschenken. Ik keek naar beneden en zag toen dat mijn verwondingen toch wel iets erger dan aanvankelijk gedacht: het witte tekentje van mijn ‘Tom's’ schoen werd rood van het bloed. Ik ging naar binnen en werd op een stoel gezet. Naast een grote schaafwond op mijn knie bleek ik met mijn enkel in glas gevallen te zijn, dat nu bloedde als een rund. Dat ik zoveel alcoholische consumpties tot mij had genomen werkte natuurlijk niet mee. Mijn voet werd door een wijnmaker ingetapet terwijl Jur nog grapte over zijn EHBO cursus: ‘Hello! I am a first aid responder, may I help you?!’ En de wijnmaker dat beaamde: ‘Yes, I should say that!’ Iedereen begon langzaamaan te dansen, juist het moment waar ik op had gewacht (ik hou nog al van wild dansen als ik wat gedronken heb, en zonder trouwens ook). Helaas ging dat niet meer, en niet lang daarna gingen we naar huis. Het was bijna ongelofelijk, maar het was nog niet eens 12 uur. Deze figuren uit de Swartland – allemaal wonend rondom de Paardenberg (je kan ook wel zeggen Partyberg) – weten hoe ze moeten feesten. We voelen ons helemaal thuis.

Inmiddels zijn de hoofdgerechten de deur uit, zonder mijn hulp. Vooraf hebben we quiches gemaakt en verschillende dips, waar heel veel van over is. Deze bruiloften zijn één van de redenen (of misschien wel de enige reden) dat ik acht kilo ben aangekomen tijdens mijn vorige verblijf. Dat is er gelukkig wel weer af, maar nu ik al dit eten weer voorbij zie komen kan ik het toch niet helpen zo 10 samosa’s of spring rolls naar binnen te werken. En voorlopig kan ik de berg niet op rennen ook, met deze enkel. We moeten namelijk wel fit worden, want Jur en ik (of eigenlijk Jur) heeft besloten dat we mee gaan doen aan de Cape Argus, ’s werelds grootste fietsevenement. 106 kilometer, door Kaapstad, naar Cape Point en weer terug. Dat was al een behoorlijk end met de auto, laat staan met de fiets. Ook de Kaapse wind en gebergte moeten we meerekenen. Ben heel benieuwd hoe we het er vanaf gaan brengen. We hebben viavia twee fietsen op de kop getikt, ééntje nog zonder schoenen. Maar dat wordt geregeld. Het enige wat we nog moeten hebben is een helm. Binnenkort dus een update over deze 'suicidal' fietsrit. Suicidal omdat er de avond van te voren er nog zo'n Partyberg feest is waar we zijn uitgenodigd. En dat kunnen we natuurlijk niet afslaan...